Pralibel is het verhaal van de familie Sulmon. Een verhaal dat anderhalve eeuw geleden zijn oorsprong vindt in België. West-Europa was toen nog een streek die een sterk agrarisch karakter had. Charles Sulmon (°1842) was een landbouwer en had vijf zonen. Door de hongersnood in Europa migreerden de meeste zonen naar andere oorden: één zoon trok richting Wallonië, twee zonen gingen naar Frankrijk en één zoon vertrok naar de USA. Ze stapten allemaal in de voetsporen van hun vader en namen een boerderij over.
Afgeremd door oorlogen
Rudolf (°1895), de vijfde zoon van Charles, bleef in België. Hij overleefde samen met zijn gezin de Eerste Wereldoorlog dankzij zijn landbouwactiviteit. Rudolf nam de boerderij van zijn vader over. Toen hij 35 jaar was, maakte hij zijn grote droom waar: hij startte een handelszaak in landbouwproducten. De zaak groeide en bloeide, maar de Tweede Wereldoorlog was een zware periode.
Plots was er een buitenkans
Rudolf verloor zijn moed en doorzettingsvermogen niet en startte zijn zaak na de oorlog opnieuw op. Dankzij de succesvolle groei van zijn handel, kreeg hij in 1955 een buitenkans. En toen begon het …
Pralines zijn een heerlijk stukje verwennerij. Aan de oorsprong ervan ligt cacao, dat meer dan 4000 jaar geleden bij de Maya’s en de Azteken een betaalmiddel was. In gesmolten vorm was chocolade een godendrank, die geneeskrachtige eigenschappen werd toegedicht. Vandaag hangt rond cacao en chocolade nog altijd een aura van mysterie, luxe en genot.
Uit warme oorden
Pralibel haalt zijn cacao uit de gebieden waar het vandaag geteeld wordt: Amerika, Afrika en Azië – in een wereldwijde gordel rond de evenaar. Logisch, want de cacaoboom kan enkel groeien in de tropische warmte van evenaarwouden. Cacaotelers hakken de bast van de cacaovrucht open om er de vruchtenpulp uit te halen. Daarin zitten zo’n 40 tot 50 kostbare zaden: de cacaobonen. Die laten ze fermenteren en drogen. Na een selectie van de verschillende kwaliteiten worden de cacaobonen in containers verscheept.
